Jammerjoh

Website voor mensen die niet klagen

Val ons niet lastig

Schaken is een strategisch bordspel in twee dimensies. 

 

Leren hoe de verschillende stukken mogen bewegen is voor velen al teveel gevraagd. Anderen worden door dat spel gegrepen, en maken er een studie van. Sinds ‘Deep Blue’, een computer met een schaakprogramma, de regerende wereldkampioen Gary Kasparov versloeg, in de herkansing in 1997, nadat Kasparov een jaar eerder met 4-2 had gewonnen, is het helder dat de mens geen partij is voor de computer in dat soort krachtmetingen. Schaken is anders dan veel andere spelletjes, omdat de factor geluk geen rol speelt als je serieus bent. Er komt geen dobbelsteen aan te pas, en er worden tijdens het spel geen stukken toegevoegd, of willekeurig weggenomen. Serieuze schakers bestuderen wedstrijden van anderen, en buigen zich over wereldwijd erkende ‘problemen’. Wie de oplossing vindt, haalt het schaak-nieuws, en in het verleden ook nog wel de krant. 

 

In tal van andere sporten vind je elementen terug die neerkomen op ‘schaken’. Hier op mijn blog heb ik wel geschreven over mijn eigen interesse voor de ‘autosport’, en dan meer in het bijzonder de ‘Formule 1’, omdat de strategie zo’n belangrijke rol speelt. Maar daar hebben we onmiskenbaar ook te maken met elementen van geluk, ook al blijkt bij nadere bestudering vaak dat wat de kijker toeschrijft aan de factor geluk, voor de professional pure berekening was. En dan in meerdere dimensies. Maar zelfs doorgewinterde fans, die elk stukje kennis rondom de sport opzuigen, kunnen zich daar geen voorstelling van maken. En menige coureur overziet het evenmin, en komt niet verder dan goed luisteren naar de opdrachten die via de boordradio aan hem of haar worden verstrekt. Alleen de besten zijn in staat om, tijdens de race, terwijl ze met meer dan driehonderd kilometer per uur over het asfalt razen, vooruit te denken in vier dimensies, waarbij de factor ‘tijd’ bepaald niet onbelangrijk is. 

 

Beroepsmatig had ik zo’n ‘soort’ werkkring en een leidinggevende functie, waarin je het verschil kon maken door te ‘schaken’, en in meerdere dimensies tegelijk na te denken over de optimale keuzes, gelet op het einddoel. Dat was niet de overwinning, niet de bokaal, de champagne, je naam in de krant met chocoladeletters, maar een tevreden klant, tegen de laagst mogelijke kosten, zonder schade, en op tijd. Dus nee, ik was geen politicus, of generaal, maar werkzaam voor een commercieel bedrijf. Maar het hoefde niet. Je kon ook niet meer doen dan het minimum, en de beloning was hetzelfde. Af en toe laaide de discussie op over de vraag of je die werknemers die ‘meetbaar’ beter presteerden niet beter moest belonen. Ik was daar mordicus op tegen, omdat er dan onverantwoorde risico’s genomen zouden worden, en zekere kosten waar men niet op afgerekend werd zouden de pan uit rijzen. Of bepaalde aspecten die niet objectief meetbaar waren, maar wel van levensbelang voor het bedrijf, zoals klanttevredenheid, of continuïteit, zouden sluitpost worden. 

 

De wet stelde minimale eisen aan kennis, vaardigheid en fysieke gezondheid om dat beroep uit te mogen oefenen, die bovendien frequent moesten worden getest. En de beloning was meer dan fatsoenlijk. Om de kwaliteit naar een hoger niveau te tillen moest er gezocht worden naar andere manieren om de werknemers zo ‘gek’ te krijgen dat ze bereid waren het ‘gras op te vreten’. Dáár komt de techniek van het ‘nudgen’, waar ik frequent afkeurend over schrijf, omdat het gebruikt wordt door ‘leiders’ om mensen dingen te laten doen die ze helemaal niet willen doen, en die schadelijk zijn voor henzelf, én voor de maatschappij, wél tot zijn recht. En vandaar dat ik er ook meer van weet dan velen die ik spreek over dat specifieke onderwerp. Mensen ‘verleiden’ om iets te doen waarvoor ze niet betaald worden, puur en alleen omdat het hun eigen professionele bevrediging naar een hoger niveau tilt. Geen bokaal, geen champagne, geen bonus, anders dan een bonus die je met het hele ‘team’ moet delen vanwege een prima groepsprestatie, vergt de bereidheid om te zoeken naar manieren om mensen te motiveren op een immateriële manier. 

 

Velen in het onderwijs, de zorg, of werkend voor bedrijven met een ‘winstoogmerk’, waar een professionele werkhouding het verschil maakt, zijn ‘bevlogen’. Wat ook door kan slaan naar ‘geobsedeerd’, waardoor het privéleven er zwaar onder lijdt, en de professionele prestaties uiteindelijk ook. In het bijzonder als allerlei tegenslagen uit de mist opdoemen waar men geen rekening mee had gehouden, of waar collega’s die niet meer doen dan waar ze voor zijn aangenomen een rem zetten op de mogelijkheden. ‘Nudgen’ vergt tijd en toewijding, en in het ‘hier en nu’ moet je op ze gaan ‘leunen’, met het gevaar dat de boel breekt, en dan ben je helemaal klaar. 

 

Anders dan bij schaken is het niet voldoende om te studeren op ‘problemen’ en de uitgewerkte oplossingen zoals die gepubliceerd zijn als je in een dynamische omgeving optimaal wilt presteren. De ‘Nerd’ kan van nut zijn, of zelfs onmisbaar, en daardoor zijn of haar gewicht in goud waard zijn, maar er is meer nodig om het team te laten presteren. Je moet Kasparov, of ‘Deep Blue’ niet aanstellen als ‘wereldleider’. En ik kan mij ook niet voorstellen dat ‘Artificial Intelligence’ ooit die kwaliteit zal hebben om tot in het kleinste detail op elk vlak het optimale resultaat te behalen. Laat staan dat enige mens daar ooit toe in staat zou zijn. Geen wonder dat het zo’n chaos is in de wereld, waarin geobsedeerde medemensen, gesteund door ‘Artificial Intelligence’ waar ze niks van begrijpen, maar waar ze desondanks blind op vertrouwen, als bezetenen in de weer zijn om te realiseren wat geen enkel mens kan realiseren. Ook niet met behulp van ‘Deep Blue’ en haar broertjes en zusjes. Laat het los! Doe een stap, of liever vele stappen terug, en kijk naar de puinhoop die we ervan gemaakt hebben. Ja, ‘Beste Bedoelingen’. Hitler en Stalin hadden ook ‘Beste Bedoelingen’. Elk kerkgenootschap, elke cult, zit tjokvol mensen met ‘Beste Bedoelingen’. Maar als je tijdens elke race al bij de eerste bocht in de bandenstapel belandt, hoor je thuis op de tribune, en niet in een raceauto. Als je elke oorlog verliest, dan moeten we niet opschalen naar méér geld, of nukes om de concurrentie simpelweg uit te schakelen, en door de ‘fallout’ ook onszelf. Dan hoor je niet eens in de buurt van de wapenkamer te mogen komen. Ga maar thuis ‘Gamen’. Maar val ons niet lastig. 

Go Back

Comment