Al die oorlogen waar we sinds het begin van de eeuwwisseling in hebben geïnvesteerd, deden we er ‘gewoon’ bij.
Slechts sporadisch kregen we berichten uit het oorlogsgebied die betrekking hadden op de actualiteit. Als er al aandacht voor was, dan betrof het ‘achtergronden’ die bedoeld waren om onze nobele inborst te onderstrepen, en de weg vrij te maken voor de mensen die de ‘budgetten’ moesten verdedigen. Maar geen moment haalde het ons weg van het ‘entertainment’ dat ons in grote, hapklare brokken wordt aangereikt, die we, generaliserend gesproken, gretig naar binnen schrokken. Wat geen kritiek is van de ‘Dominee’ in mij op ons ‘losbandige’ leven. Net als iedereen droom ik liever weg bij een goed boek, een spannende film, meeslepende muziek, oogstrelend ballet, inspirerende Kunst, of straattoneel dat je aandacht gevangen houdt.
Dagelijks geniet ik van de mensen om mij heen. Dunne, dikke, jong, oud, mannen en vrouwen, bekend of nooit eerder ontmoet. En zo nu en dan vraag ik mij dan af of die ene mens waar ik op dat moment naar kijk, of naar luister, al die oorlogen steunt? Hoe dan? Wat maakt nou dat iemand welhaast achteloos aftekent op een oorlog ver van huis?
In sommige gevallen zijn er mensen met persoonlijke, indringende ervaringen die een land waar we de oorlog aan verklaren goed kennen. Ervaringen die hen de motivatie geven om zich vierkant achter de ene, of de andere partij op te stellen, in de hoop op lotsverbetering voor dierbaren die men daar kent. Maar dat zijn de uitzonderingen.
Hoewel het in de praktijk niet veel uitmaakt of u voor of tegen zo’n oorlog bent, omdat uw invloed gelijk staat aan ‘nul’, net als die van mij, en we hooguit kunnen hopen dat iemand met invloed ons hoort ‘brommen’, en aan het denken wordt gezet, blijkt het overgrote gedeelte niet eens te ‘brommen’. De verklaring is gelegen in wat het ‘Milgram Experiment’ heet, waar willekeurige burgers gevraagd werd iemand die vragen moest beantwoorden, maar die ze niet konden zien, alleen konden horen, een elektrische schok toe te dienen als het antwoord onjuist was. Bij elk verkeerd antwoord gaf de meter voor hun neus aan dat de stroomsterkte werd opgevoerd. En zeker als er in hetzelfde vertrek een man zat met een witte ‘laboratoriumjas’ aan, die observeerde en aantekeningen maakte, maar zich verder nergens mee bemoeide, waren velen bereid door te gaan tot de steeds rauwer wordende kreten van pijn stopten, omdat de toegediende dosis dodelijk was. Volgzaamheid is velen van ons op het lijf geschreven. En als een ‘expert’ zegt dat het goed is, dan keren we zonder wroeging terug naar de ‘Onderbroekenlol’ van het aanbod op de televisie, of wat ons ook maar weghaalt uit de realiteit, terug naar de fictieve wereld van het ‘entertainment’ die wij beheersen door van kanaal te veranderen, of op de ‘Uit’-knop te drukken. Voor dat wat er in de realiteit gebeurt voelen we ons niet verantwoordelijk. Politici evenmin. Hooguit accepteren ze ‘politieke’ verantwoordelijkheid, maar dat stelt niks voor.
Afghanistan, Irak, Libië, Syrië, Oekraïne. Maar ook Somalië, Jemen, Venezuela, Iran, Libanon en landen waar we strikt genomen niet militair ‘iets’ deden, maar ons beperkten tot ‘Regime Change’, waren in de realiteit slechts ‘Hamerstukken’ en ‘Voetnoten’, of onze bijdrage ontsnapte aan de openbaarheid omdat we niet op de voorgrond traden. Als ik naar die mensen die ik dagelijks bezig zie in hun eigen ‘habitat’ zo bekijk, denk ik niet dat ze diepgaand hebben nagedacht over de vraag waarom wij ons met conflicten in die landen moeten bemoeien. Je kunt je echter voorstellen dat mensen in die landen die het opvalt dat we zo gemakkelijk opteren voor de ‘Easy Way Out’ door geen misbaar te maken, en wat ‘experts’ zeggen niet in twijfel te trekken, ons dat kwalijk nemen. En als we een ‘Koekje van Eigen Deeg’ krijgen, ze eerder denken: ‘Laat maar even spartelen!’