Jammerjoh

Website voor mensen die niet klagen

Inspraak of medezeggenschap

U stemt voor verbeteringen binnen de parochie, maar de kerk gaat er vandoor met de kas en de bijbehorende macht.

 

Dat is, in één zin, de essentie van het fascistische bestuurlijke model. U heeft ‘inspraak’, maar daarna is het aan de leiders om de keuzes te maken. In mijn jonge jaren las ik veel over bestuurlijke modellen, en discussieerde ik met leeftijdgenoten en mensen die ouder waren, en praktijkervaring hadden, over welk model nou het beste was. Dat was in een tijd waarin mensen ‘inspraak’ eisten. Na mij ingelezen te hebben plaatste ik daar kanttekeningen bij, alhoewel ik tijdens mijn arbeidzame leven actief was in de vakbond, de ondernemingsraad en het (lagere) management van de onderneming waar ik mijn dagelijks brood verdiende. Maar in al die functies, die  ik 'erbij’ deed, hoofdzakelijk in mijn eigen (vrije) tijd, en niet ‘op kosten van de baas’, of tegen een ‘vergoeding’, stond bij mij steeds het belang van de *onderneming* voorop. 

 

De gedachte daarachter was dat een gezonde onderneming alle ‘bootjes’ liet drijven, analoog aan de gedachte waar Adam Smith eer mee inlegde, waar hij zijn licht liet schijnen over de ‘Wealth of Nations’. Met als conclusie dat een ‘Vrije Markt’ met een kleine overheid, die een bescheiden mandaat had, uiteindelijk succesvoller was dan de autoritaire, feodale bestuursvormen die destijds nog de standaard waren. Zijn inspiratie, zoals hier al veelvuldig meegegeven, was de bijna onzichtbare overheid in de ‘Lage Landen’, met een onmogelijk rijke super-onderneming, de VOC. En hoe die VOC via de uitgifte van ‘aandelen’ op de eerste ‘beurs’ in de wereld, in Amsterdam, zorgde voor focus en discipline bij de bestuurlijk verantwoordelijken binnen de VOC. Een concept dat later werd overgenomen door de ‘Founding Fathers’ in de Verenigde Staten, die kozen voor een ‘Republiek’ met een ‘Grondwet’ die de macht van de overheid beperkte, en veel ruimte schiep voor het privé-initiatief. Dus *geen* ‘Democratie’. Verkiezingen dienden om bestuurders te selecteren die een zeer bescheiden mandaat hadden. Dat was een weloverwogen keuze. 

 

Op dit blog heb ik mij ingespannen om inzichtelijk te maken dat het ‘kapitalisme’ in zijn oorspronkelijke vorm geen vanzelfsprekende vijand was van iets wat je zou kunnen aanduiden met ‘Welvaartsstaat’. Integendeel! Wat Smith voor ogen stond was welvaartsgroei voor het *hele* land, waar uiteindelijk iedere burger van zou profiteren. Tevens heb ik mijn best gedaan om te laten zien wat de bedreigingen waren, waarbij ik veel tekst publiceerde over ‘Roof-Kapitalisme’, die het gevolg was van de introductie van ‘Fiat-Geld’, en hoe ‘Schuld’ de rijken rijker maakt, en de armen armer, *binnen* dat systeem, dat in Smith’s tijd in die vorm nog niet bestond. Voor de VOC gold ook dat op het moment dat de bestuurlijk verantwoordelijken zich meer begonnen te bekommeren om ‘Geld Verdienen’ als ‘bank’, en de bijbehorende lucratieve financiering van oorlogen, het niet meer zo goed ging met de ‘BV Nederland’. 

 

Zolang het bestuurlijke systeem compact is, werkt medezeggenschap van de burgers via verkiezingen naar behoren. In de complexe wereld van de ‘Vrije Markt’ concurreren autoritair gestructureerde ondernemingen met elkaar, eigendom van de ondernemer, die binnen Smith’s denkraam het verdiende geld weer investeert in kansrijke ondernemingen, voor *eigen* risico, of in de bestaande onderneming als er nog mooie mogelijkheden zijn om uit te breiden met het bestaande product. Daar heeft ‘inspraak’, laat staan ‘medezeggenschap’, geen pas. Als loyale werknemer mag je een passende beloning verwachten, en in principe ook ongevraagd advies uitbrengen aan de ondernemer indien je bedreigingen ziet voor het verdienmodel, of mooie kansen voor het bedrijf om de winst te vergroten. Voorzover je daar goed in blijkt te zijn, zal het leiden tot een hogere beloning, en meer verantwoordelijkheid, omdat de ondernemer jou niet kwijt wil. Dat geldt niet voor werknemers die er op uit zijn de ondernemer te ‘plukken’ ten bate van hun eigen consumptie. Vakbonden, én overheden met een te *groot* mandaat, zijn dan geen vrienden van de ondernemer. 

 

Waar de ondernemer wegdrijft van ondernemen, en zich ontpopt als een ‘Roofdier’, een ‘Speculant’, een ‘Bankier’, een ‘Politicus’ met ambities die het ‘vestigingsklimaat’ schade berokkenen, waarbij het geld wegvloeit naar uiteenlopende besteding buiten de ‘Nation’, heeft de ‘Nation’ een probleem. Daar is het gewettigd indien burgers, als regel via de overheid, de ondernemer tot de orde roepen. In landen als Rusland en China zagen we dat ook gebeuren, terwijl wij in het Westen uit een ander vaatje tapten. Voor ons was ‘Globalisme’ het ‘Ei van Columbus’. Zij het werk, wij de revenuen. Klassieke ondernemingen namen de benen, of groeiden door als ‘specialisten’ die producten maakten voor de ‘rijken’, met ‘toeleveranciers’ in de ‘Lage Lonen Landen’, terwijl wij ons in het Westen toelegden op het vinden van manieren om de productieve landen te belasten. Het bracht ons tot hier. En hoe nu verder?

 

U heeft vorige week gestemd voor plannen om de parochie leefbaar te houden, of zelfs nóg mooier te maken. Maar het geld daarvoor wordt niet in Nederland verdiend, maar in de landen met de grondstoffen en de productiecapaciteit. Zekere zwaar gesubsidieerde sectoren produceren nog wel spullen die we kunnen exporteren, maar waar halen we het geld voor die subsidies vandaan? Die taak is uitbesteed aan bestuurlijke lagen boven het landsbestuur, gezeteld in ‘Brussel’, en de kiezers in ons land moeten we verdelen in twee groepen. Zij die het volste vertrouwen hebben in de ‘bedrijfsleiding’, geen ondernemers, maar managers, en vrede hebben met de ‘inspraak’ via machteloze, kostbare organisaties. En zij die liever zouden zien dat Nederland weer een soeverein land zou worden, bestuurlijk geleid door een kleine, efficiënte overheid met een bescheiden mandaat. In *bestuurlijke* zin komt het neer op een keuze tussen fascisme, en een ‘constitutionele republiek’ met een ‘Vrije Markt’. En bespaar mij de verhalen over waar fascisme volgens u voor staat, en dat het nooit fascisme kan zijn als er geen ‘Jodenhaat’ is. Of dat een land met een leider die populair is typisch fascistisch is. Dan heeft u er domweg geen kaas van gegeten. En bent u een ‘Sitting Duck’. 

 

Mensen kiezen voor een fascistisch bestuurlijk model op grond van tal van rationele overwegingen, waaronder de observatie dat het binnen bedrijven naar behoren werkt in veel toonaangevende gevallen, of ‘gevoelsmatig’. Gevoelsmatige overwegingen zijn eigenlijk geen overwegingen, maar ‘ingevingen’. Sympathie voor een persoon, hoe dan ook gestructureerd. Angst voor de toekomst. Angst voor de ‘vijand’. Of simpel de angst voor het verlies van een ‘gepamperd’, gesubsidieerd leven, alles betaald met belastinggeld, en een ‘sterke man’ of ‘sterke vrouw’ die belooft dat het allemaal goed gaat komen, indien u hem of haar uw vertrouwen geeft. Compleet met ‘doorgerekende’ plannen, die echter gebaseerd zijn op modellen van economen die met hun rug in de rijrichting zitten. Waarmee ik niet uniek doel op mensen die zich op sleeptouw laten nemen door fantasten die opzichtig pleiten voor ‘Méér Europa’, terwijl volksmenners die klaar zijn met ‘Brussel’ geen fascisten-in-hart-en-nieren kunnen zijn. Ook daar geldt, dat als de boodschap is: ‘Geef mij uw stem, en ik los dat voor u op!’, het *bestuurlijk* alleen maar een ‘ander smaakje’ is. Zou ‘Brussel’ de grenzen sluiten voor ‘nieuwkomers’ met een ‘Moslim-achtergrond’, dan trok de PVV vacuüm. Haat voor Joden, Moslims, Russen, Chinezen of ‘Witneuzen’, mannen of vrouwen, of noem het allemaal maar op, bestaat binnen de bevolking ongeacht het bestuurlijke systeem. Maar binnen een ‘constitutionele republiek’ kan het zich niet bedienen van de staatsmacht, voorzover die constitutie het mandaat van de overheid op dat vlak aan banden legt. 

 

Democratie’ binnen de EU/NAVO verwijst naar de ruimte die burgers wordt geboden de feitelijke machthebbers in ‘Brussel’ te ‘petitioneren’. Wat voorheen soevereine landen waren, die samenwerkten ‘voor eigen rekening’ in een ‘Douane Unie’, elk met een eigen ‘smoel’ (cultuur) en ‘bankrekening’, zijn het nu ‘provincies’. De autonomie van die afzonderlijke landen wordt in ijltempo teruggeschroefd, tot groot ongenoegen van landen als Hongarije en Slowakije, en volkeren in Tsjechië, Roemenië, Polen, Italië, Frankrijk, Duitsland en Spanje, waar de ‘dienstdoende provinciebestuurder’ niet langer het vertrouwen van de bevolking heeft. ‘Brussel’ is druk met het manipuleren van de ‘volkswil’ via door haar betaalde ‘NGO’s’ en directe subsidies voor gehoorzame provinciebestuurders, maar tevens door hard in te grijpen in landen die dreigen te ontsnappen aan de controle van ‘Brussel’, waardoor ze een risico worden voor de vervolmaking van het idee dat Europa een fascistische bestuurlijke vorm dient te krijgen, met een ‘slagvaardig’ management. Dat ons land, met zijn overbemeten niet-productieve sector en frivole ‘lifestyle’, drijvend op geld dat ‘linksom’ of ‘rechtsom’ wordt afgesnoept van landen met een grote productieve sector, of grote bodemrijkdom, aanschurkend tegen ‘Brussel’, er wel oren naar heeft, mag geen verbazing opwekken. 

 

Om ieder misverstand uit te sluiten wil ik tot slot benadrukken dat wie wel oren heeft naar het fascistische bestuurlijke model daarmee nog geen ‘fascist’ is binnen het huidige propaganda-raamwerk waarin het geen raakvlak meer heeft met de oorspronkelijke betekenis. Helaas is er geen andere term voor fascisme als een alternatief voor communistische, en ‘constitutioneel republikeinse’ bestuurlijke modellen. Tevens is het van het grootste belang dat u bedenkt dat die drie genoemde systemen gebruik maken van democratische afspiegeling van de ‘wil van het volk’, *zonder* het volk in laatste instantie de volledige vrijheid te geven om te beslissen of ‘Socrates’ zijn gifbeker moet leegdrinken, of niet. En die vier systemen wijken opzichtig af van ‘absoluut’ geregeerde landen waar de ‘vorst’ zonder last of ruggespraak feodaal regeert. In het ‘constitutioneel republikeinse’ model zit wantrouwen tegen de ‘mens’ ingebouwd, en is de ‘constitutie’ de ‘dictator’ die de macht van de burger beperkt. In het ‘zuiver’ democratische model heeft de meerderheid *altijd* gelijk, en moet de rest inschikken, wat onveranderlijk eindigt in tirannie. En in het fascistische en communistische model is de aanname dat een ‘elite’ bij machte is op elk vlak de beste keuze te maken, waarbij geen beperkingen worden opgelegd aan degenen die de macht hebben.

 

Tot slot tevens nog de opmerking dat het van nul-en-generlei-betekenis is welke aanduiding bestuurlijk verantwoordelijken gebruiken om hun bestuurlijke mores aan te duiden. Het is *niet* vanzelfsprekend dat een fascistisch, communistisch, democratisch, of absolutistisch geleid land gedoemd is. Net als bij bedrijven, en in gezinnen, kan het ‘werken’. Maar als het níet werkt, dan zijn de gevolgen catastrofaal, en de schade niet zelden groter dan dat het bedrijf, of het ‘dysfunctionele’ gezin uiteenspat. In het geval van de EU/NAVO-combinatie stel ik zelf onomwonden dat we niet te maken hebben met een risico op een catastrofe, maar zie ik niet hoe het ooit zou kunnen werken. 

Go Back

Comment