Waarom een ‘Vrije Markt’?
In zijn originele vorm, zoals gepresenteerd door Adam Smith in zijn boek ‘The Wealth of Nations’, was de kerngedachte dat ‘Vrijheid’ van marktpartijen de efficiëntie vergrootte. Door de innovatie die ondernemers eigen was zou een ‘Vrije Markt’ resulteren in het beste product tegen de scherpste prijs. Dat gaat op voor de échte economie, indien de klant een ‘rationeel persoon’ is die er op uit is om zijn zuur verdiende geld optimaal te besteden. Veel tekst op dit blog gaat over het gegeven dat klanten lang niet altijd ‘rationeel’ zijn, en dat er hele ‘marktsegmenten’ zijn die drijven op de verkoop van illusies. En hoe ‘wetenschappers’, gewapend met die kennis, manieren uitdachten om klanten zo gek te krijgen om hún product te kopen, of dat van de producent die hun salaris betaalt, hoewel het aantoonbaar inferieur is, en in bepaalde gevallen zelfs uitgesproken slecht voor de klant.
Tegen die achtergrond heb ik het gehad over Edward Bernays, die de theorieën van zijn oom, Sigmund Freud, te gelde maakte door te bedenken dat je middels ‘Propaganda’ (zoals hij ‘reclame’ noemde toen hij het boekje met die titel schreef) de klant kon verleiden zijn of haar rationele vermogens te parkeren, en op grond van emoties, gevoelens en sentimenten te kiezen. En hoe de Nazi’s daar gretig gebruik van maakten, met als resultaat zes miljoen vergaste Joden, en heel Europa, tot aan de Oeral, in puin. En hoe de econoom Carlo Cipolla een ‘tongue in cheek’ tekst publiceerde, ‘The Basic Laws of Human Stupidity’, later ‘vertaald’ naar meer ‘wetenschappelijke’ publicaties door Kahneman en Tversky, die er met de eer en de ‘Nobelprijs’ vandoor gingen. Waarna collega’s van hen bedachten dat je mensen niet de vrije hand moest geven, maar hen bij de teugel moest nemen, zonder de indruk te wekken dat je hen hun vrijheid om te kiezen ontnam, door hen te ’nudgen’. Hen de illusie te geven dat ze het zelf, uit eigen vrije wil, gekozen hadden. Met een ‘Elite’ die de lijnen uitzette, na onderling ‘consensus’ te hebben bereikt, en bepaalde waar u en ik naartoe moesten worden geleid.
In theorie, gelet op het gegeven dat wij kwetsbaar zijn voor verleiding door kwaadaardige types met ‘Mooie Praatjes’, geen slecht uitgangspunt, waar Cipolla al constateerde dat we moesten hopen dat het ons ging lukken tenminste onze leiders zorgvuldig te kiezen, waarbij hij doelde op mensen die, binnen het raamwerk van de schets die hij presenteerde in voornoemde tekst, ‘Intelligent’ waren, oftewel streefden naar ‘Win-Win’, ongeacht hun ‘IQ’ of opleidingsniveau Wat mij inspireerde om u te wijzen op het concept van een ‘Constitutionele Republiek’, waarbij de macht van de leiders om burgers aan te zetten tot activiteiten waar ze spijt van gaan krijgen, rigoureus wordt beperkt. Ja, het ‘volk’ wil dat, opgezweept door een mesmeriserende leider die hen bij de teugel neemt, maar het mág niet, want de ‘Constitutie’ dicteert dat het buiten de jurisdictie van het ‘volk’ en hun charismatische leider ligt. De ‘Constitutie’ als ‘Verlichte Dictator’. Zo’n opzet typeer ik hier als ‘Law Based’, versus een ‘democratie’ die ‘Rules Based’ is, waar de waan van de dag regeert. En ik heb betoogd dat de sloop van ‘Law Based’ begint met ‘Orwelliaanse’ omkering van de betekenis van begrippen, waardoor ‘War = Peace’, en al die andere voorbeelden, bij het gelijktijdig verzuipen van het hele rechtssysteem in de wetten, waardoor zelfs een rechter niet langer geacht kan worden ‘de Wet te Kennen’, met een weelde aan wetten die elkaar tegenspreken, en naar behoefte uit de ‘Hoge Hoed’ tevoorschijn kunnen worden getoverd.
Als ik om mij heen kijk, naar de ‘werkenden’ in onze samenleving, dan zie ik overal de gecultiveerde inefficiëntie. Her en der zijn er nog serieuze ondernemers, veelal buitenlanders, die lak hebben aan wet- en regelgeving, en een goed product kunnen leveren tegen de scherpste prijs, maar dat is dan niet ‘legaal’. De onderneming, of het ‘éénmensbedrijf’, schendt aan de lopende band wetten en regels, wat uiteraard gevaarlijk kan zijn als het betrekking heeft op veiligheidsvoorzieningen, of afbreuk doet aan de kwaliteit als daardoor de levensduur van het product wordt bekort, maar we kunnen allemaal bedenken welke wetten en regels niet alleen niks toevoegen aan het product, maar de kwaliteit of veiligheid zelfs eerder geweld aandoen. Zoals wetten en regels die bepalen dat een ondernemer bepaalde mensen ‘ook een kans’ moet geven. Of dat ze ‘thuis’ moeten kunnen werken. Of dat ze niet ontslagen kunnen worden ook al zijn ze amper productief, of zelfs uitgesproken contraproductief door hun verstorende activiteiten die zich richten op het frustreren van het ‘verdienmodel’ van de ondernemer. Onder ondernemers klinkt het her en der daarom: ‘Ik wens je personeel!’, als men iemand verwenst.
Niks mis met gezonde animositeit op de ‘werkvloer’ die de ‘werkers’ uitdaagt tot betere prestaties, en waar nodig ook de ondernemer scherp houdt, en wegen wijst die voor de onderneming profijtelijk zijn op de wat langere termijn. Maar zo zit een overheid er niet in. Die zoekt naar wegen die profijtelijk zijn voor de overheid zelf, waarbij dat waterhoofd de ‘werkers’ bij reguliere ondernemingen mobiliseert om hen te voeden met de meest absurde wensen die nodig via wetten en regelgeving moeten worden gerealiseerd. Waaronder de creatie van een ‘inspirerende’ omgeving op landelijk niveau door de organisatie van ‘Eurovisie Songfestivals’ en ‘Olympische Spelen’, met een keur aan getalenteerde medelanders die in economische zin nutteloos zijn, en een ‘drag’, maar voor een deel van de bevolking ‘Eye Candy’, en voor een ander deel eveneens afleiding, maar dan door hun woede en frustratie waar ze wel betere doelen kunnen bedenken voor hun zuur verdiende centen. Die woede en frustratie koelen zij in woord en geschrift af op de overheid die de subsidies verstrekt, maar ook op zekere kapitaalkrachtige ‘fondsbeheerders’ die er geld in steken, zoals pensioenfondsen, en ondernemingen die zich als ‘sponsoren’ opwerpen om een wit voetje te halen bij de overheid, in de hoop dat die overheid hen met rust laat bij de volgende ronde destructieve wet- en regelgeving. En de ‘media’ daarboven die dat destructieve proces aanjagen om er zelf beter van te worden.
Een ander woord voor inefficiëntie is ‘Luxe’. Je hebt een tas nodig, en technisch volstaat een stevige plastic tas van twee kwartjes, maar bij ‘Hermès’ hebben ze een fraai exemplaar voor een paar duizend Euro. Die ze in China (na-) maken voor zeventig Euro, niet van ‘echt’ te onderscheiden, zeker niet waar die tassen van ‘Dure Merken’ ook daadwerkelijk uit China komen, en slechts te identificeren zijn als ‘echt’ door een toegevoegde ‘chip’. Maar zelfs rijke Chinezen kopen diezelfde tas dan nog steeds liever voor veel teveel geld in Parijs, waarmee ze indirect de ‘events’ sponsoren waar de ‘Lichtstad’ zo bekend om staat. En ik houd van Parijs. Maar een plastic zak volstaat, wat mij betreft. Waarmee ik echter beslist niet wil suggereren dat ik totaal ongevoelig ben voor ‘merchandising’, waar ook ik dingen koop die ik niet ‘echt’ nodig heb, of soms een ‘prul’ koop met een levensduur van niks, terwijl een kwaliteitsproduct niet veel duurder was.
Mensen met een beperkt budget zijn veelal aangewezen op ‘prullen’, omdat zelfs een gering prijsverschil al teveel is, ook al zouden ze, zuiver rationeel bezien, toch beter uit zijn met dat kwalitatief betere product dat meer kan, of een langere levensduur heeft. Via ‘Marktplaats’ of ‘Kringloopwinkels’ kunnen ook zij zichzelf trakteren. Overigens valt daar ook veel voordeel te halen voor mensen die niet op een dubbeltje hoeven te kijken. Eenieder die zich genoodzaakt ziet te bezuinigen, schrapt (hopelijk voor hem of haar) eerst de ‘impulsaankopen’, om vervolgens zorgvuldiger te kijken naar prijs/kwaliteit, waarna men begint te schrappen om tenminste de ‘Eerste Levensbehoeften’ overeind te houden. De overheid verbrast naar hartelust, strooit met subsidies en overheidsopdrachten, terwijl onze leiders de vleugels uitslaan om zich tot aan de andere kant van de aardbol met allerlei zaken te bemoeien die hen niet aangaan, en als al die activiteiten een té zware last beginnen te worden voor de échte economie om te dragen, dan gooien ze nog wat extra kolen op het vuur. Als argument voeren ze aan dat andere landen, en producenten en leveranciers elders, schuldig zijn aan de terugval van onze welvaart, en als het uitoefenen van druk niet werkt, dan zetten ze in op oorlog.
De teruglopende welvaart leidt wel tot verschuivingen in de allocatie van het geld dat nog binnenkomt, of van de ‘Geldpers’ wordt getrokken, maar niet tot de keuze om de tering naar de nering te zetten. Integendeel! In de beleving van de ‘Elite’ is het juist een enorme opsteker voor de economie als ze het geld laten rollen, want zo werken de ‘modellen’ van de ‘consensus economie’. Daar geldt elke Euro overheidsgeld als een ‘stimulus’. Dat het geld wegvloeit naar dingen die dood en verderf zaaien, en ‘BOEM!’ zeggen, waarna het weg is, met slechts een aswolk en ‘uitstoot’ als residu, registreert niet als ‘drag’, als verkwisting, als inefficiëntie, als ‘Luxe’ die ze zich helemaal niet kunnen veroorloven. Het ‘volk’ mag met plastic tasjes lopen, uit nood, maar voor de overheid zelf is de duurste ‘Hermès’ tas nog niet goed genoeg. Val dood met je ‘Win-Win’!