Jammerjoh

Website voor mensen die niet klagen

Eigendom

Hoe denkt u over ‘eigendom’?

 

Twee elkaar bestrijdende ‘denkrichtingen’ die voortvloeiden uit de ‘Verlichting’, houden er verschillende opvattingen over na, die niet met elkaar te verenigen zijn. De oorspronkelijke idee over maximale individuele vrijheid, waarbij alles wat het individu produceert ook zijn onvervreemdbare eigendom is, stuitte op het ‘Romantische’ idee van het ‘collectief’, dat slechts de expressie van het individu, met als culminatie de ‘Identiteit’, als ‘vrij’ en 'eigendom' erkent. 

 

De ‘Europese Traditie’, en daaraan verwante ‘Oosterse’ stromingen, houden zich minder bezig met ‘eigendom’ en zijn eerder ‘Kosmisch’ gericht, met pogingen om te definiëren hoe men ‘Goed’ moet leven, waarbij de mens de aarde, en wat het voortbrengt, in ‘bruikleen’ heeft. Hoewel bepaalde ‘collectivistische’ groepen, zoals ‘Groen’, zich ook langs die lijn profileren, is hun denkraam in alle opzichten anders dan dat van de ‘Traditie’, en uitgesproken materialistisch. 

 

De oorspronkelijke ingeving van de ‘Verlichtingsdenkers’ richtte zich tegen de ‘horigheid’. Tegen de ‘slavernij’. Elk individu was ‘eigenaar’ van het eigen lichaam, en de eigen ‘geest’. En daarmee eigenaar van wat dat lichaam en die geest produceerde. Dat leidde al direct tot discussie, waar een baby die aan zijn eigen lot wordt overgelaten, geen lang leven beschoren is. Elk individu is daardoor ‘schatplichtig’ aan de eigen ouders. Extreme ‘Verlichtingsdenkers’ wijzen alle collectieve verantwoordelijkheid voor het onderwijzen van kinderen rigoureus af, en velen zien het zelfs nadrukkelijk als een groot gevaar. De ‘Romantici’ zien dat anders, en slepen de kinderen het huis uit om hen al jong te indoctrineren ten bate van het ‘collectivisme’. Men heeft het over onderwijs als een ‘recht’, maar in de praktijk bedoelt men dat het een ‘plicht’ is. De ‘Traditie’ ziet het wel als een recht, waarbij de capabele en leergierige kinderen kansen moeten krijgen, ook als hun ouders niet draagkrachtig zijn, omdat wijze leiders nodig zijn om de mensheid vooruit te helpen. 

 

De spanning tussen de oorspronkelijke ‘Verlichtingsdenkers’ en de ‘Traditie’ komt daarin sterk naar voren, waarin de ‘Traditie’ meent dat capabele en leergierige mensen niet (noodzakelijk) uit zijn op het vergroten van hun eigen materialistische eigendom. Het is Ayn Rand een gruwel. Alhoewel ze ruimte laat voor vrijgevigheid, en daarmee een brug slaat naar de ‘Traditie’. Ik kan billijken dat ze zich afkeert van de verplichting om offers te brengen, of de aansporing om dat te doen, omdat het onze morele plicht zou zijn. Maar ik zie dat als een conflict tussen het ‘Verlichtingsdenken’ en de ‘Romantiek’, en niet primair tussen haar ‘Ethische Egoïsme’ en de ‘Traditie’. Al kan er geen enkel misverstand over bestaan dat ze niets heeft met de religie waar die dwingend de offervaardigheid en genade voorschrijft als hoogste doel. 

 

Waar de ‘Verlichtingsdenkers’ onderling ook verschillende over dachten, was de vraag van wie de aarde is. Van wie zijn de grondstoffen? Locke meende dat ze pas eigendom worden als iemand ze had gedolven door middel van de eigen arbeid. Maar de eigenaar van de mijn of oliebron huurt daarvoor anderen in, en staat niet zelf met zijn pikhouweel de ertsen uit de grond te tikken. De ‘Romanticus’ is er daarom als de kippen bij om die grondstoffen te claimen als ‘collectief bezit’, maar dat neemt weer de stimulans weg om ze op te sporen en te exploiteren, en dat proces te stroomlijnen om de kosten zo laag mogelijk te houden, waarvoor kennis onontbeerlijk is. Kennis die niet uit de lucht komt vallen. En leuk als je ouders die kennis in huis hebben, en het op jou over kunnen dragen, terwijl het bovendien iets is wat ook jouw belangstelling heeft, maar hoe groot is die kans? 

 

Als uitgangspunt is het gezond om te stellen dat je ter wereld komt met als eigendom je lichaam en je geestelijke vermogens. En dat die jouw onvervreemdbare eigendom zijn, en blijven. Waar het denken ons verheft, en dat ons in staat stelt te produceren wat meerwaarde heeft, is dat product dat erdoor wordt voortgebracht tevens ons eigendom. Heikel punt is echter of we de kennis die we opdeden die de basis vormt onder dat denken ook moeten beschouwen als een product dat het eigendom is van iemand. Zoals Newton terecht opmerkte, waren zijn vindingen slechts mogelijk omdat hij het voorrecht had op de schouders van ‘Reuzen’ de staan. Die kennis is ergens ‘vrijgevallen’, en niet noodzakelijk na hun dood. Is het dan redelijk om degene die het laatste ‘zetje’ geeft in dat proces te beschouwen als de unieke eigenaar van dat product dat er uit voortkomt? 

 

De ‘Industrieel’ met een onverzadigbare liefde voor kennis en producten die daaruit ontspruiten zal zich realiseren dat hij op de schouders van ‘Reuzen’ stond, die hem of haar hebben onderwezen, en zonder aansporing een deel van de verdiensten afstaan aan de scholen die hij of zij bezocht. En de uitgevers die cruciale werken beschikbaar stelden. Of de verdiensten steken in ‘research’, waardoor de ontwikkeling niet stopt, maar uitmondt in een exponentieel groeiend proces dat producten en diensten met meerwaarde genereert. Maar wat nou als die ‘Industrialist’ niet ‘Ethisch’ is? Als hij of zij de opbrengsten steekt in het ‘begraven’ van de concurrentie door patenten en rechten op te kopen en er niks mee te doen, grondstoffen buiten bereik te houden van mensen die er iets nuttigs mee zouden kunnen doen, en de rijkdom aanwendt voor immorele machtsspelletjes? 

 

Bij de aftrap van een reeks bijdragen waarin ik verwees naar het werk van Ayn Rand, stelde ik dat de romanvorm voor mij lastig was waar het er om gaat een filosofie uit de doeken te doen. In die vorm kun je de individuen die je aan de lezer voorzet idealiseren, en dat werkt meeslepend. Dat boek, ‘Atlas Shrugged’, waar ik uit putte, is hoogst actueel. Actueler dan in 1957, toen het gepubliceerd werd. En in die zin niet gedateerd. Daarbij kan ik mij uitstekend vinden in de ‘helden’ die ze als ‘industriëlen’ aan ons voorzet. Wie het niet gelezen heeft, moet dat zeker nog doen. En wie het, zoals ik zelf, al vele jaren geleden las, zal het vermoedelijk nu met andere ogen lezen, en het inspirerend vinden. Maar het is geen kant-en-klaar recept voor een betere wereld. 

 

Waar Rand ons aanspoort om het ‘collectivisme’ met argusogen te bekijken, en afstand te nemen van ‘klagers’ die aanspraak maken op ondersteuning waarvoor ze niets hoeven te doen, behalve ademhalen en hun hand ophouden, onderschrijf ik haar standpunt van harte. Dat lijkt haaks te staan op mijn pleidooien voor een ‘Basisinkomen’, fatsoenlijke kosteloze zorg, en toegang tot kosteloos onderwijs op hoog niveau. Want iemand moet dat betalen. En die iemand kan dat zien als een afgedwongen offer wanneer het voortvloeit uit een collectief besluit, en bijbehorende belastingmaatregel. Maar waar Rand in haar roman zelf al ruimte laat voor militaire defensie en politie als een ‘dienst’ die door het collectief georganiseerd moet worden, stel ik mij op het standpunt dat je zuiver rationeel kunt kiezen voor een ‘Basisinkomen’, fatsoenlijke kosteloze zorg en kosteloos onderwijs, omdat de opbrengsten hoger zijn dan de uitgaven, en het dus een investering is, en geen aalmoes. En het kosten voor politiediensten uitspaart.

 

Een principiële uitspraak over een noodzakelijke collectieve uitgave is geen vrijbrief voor wildgroei. Dat geldt voor militaire en politionele macht, het sociale vangnet, de gezondheidszorg en het onderwijs, maar tevens uitgaven ten bate van de infrastructuur, voorzover die niet door particulieren gedragen en geëxploiteerd kan worden. De belangrijkste corruptie zit ‘m in het systeem van de subsidies, toeslagen, contracten tussen de overheid en particulieren, en wat we niet allemaal hebben verzonnen om verborgen te houden dat eigendom amper nog bestaat, en iedereen een slaaf is van de ‘Centrale Bank’ en de 'Regelgevers' met hun rechtbanken.

Go Back

Comment