Hoge bomen vangen veel wind.
Mensen met een leidinggevende functie bekritiseren is een populair tijdverdrijf. In sommige landen staat daar de doodstraf op, maar ook in landen met een liberale traditie kent men omstandigheden waarop de hoogste bestuurlijke organen de besluitvorming kunnen centraliseren, en ‘Mars’. Oorlogen, pandemieën, natuurrampen, acute nood. Als voormalige leidinggevende in een professionele omgeving waar veiligheid voorop stond, ken ik de spanning tussen ‘democratie’ en ‘dictatuur’. Optimale ruimte voor het ‘vertroetelen’ van de klant én het personeel, zonder uit het oog te verliezen dat het bedrijf aan het eind van de dag nog wel wat geld over moest houden, maar als het ‘noodlot’ toesloeg, dan was er geen ruimte meer voor ‘gelul’.
Enig bedrijf met een sterke ‘veiligheidscultuur’ heeft nauw omschreven procedures voor zorgvuldig gedefinieerde situaties, en als regel bij wet vastgelegde training en selectie om ervoor te zorgen dat iedereen precies weet wat er van hem of haar verwacht wordt ‘when the shit hits the fan’. En dat personeel de toegewezen taak dan ook vlekkeloos uitvoert, onder een centraal gezag. Waar die leidinggevende de eindverantwoordelijkheid heeft, moet hij of zij kunnen improviseren als de situatie daarom vraagt, wat niet tot discussie mag leiden op het moment zelf, maar achteraf kan er worden geëvalueerd. Dan kunnen er ‘lessen getrokken worden’. En kan een leidinggevende gestraft worden indien er verwijtbare fouten zijn gemaakt. Geen ruimte voor discussie betekent niet noodzakelijk dat iemand die geacht wordt orders op te volgen een leidinggevende niet opmerkzaam mag maken op de risico’s van een afwijkende opdracht, of een aparte omstandigheid waardoor het protocol niet gevolgd kan worden. Maar meer dan een ‘Heads Up’ kan dat niet zijn.
De mentaliteit van mensen die geselecteerd worden voor een leidinggevende positie in zo’n omgeving kun je misschien het best omschrijven als behept met ‘gezonde achterdocht’. Ze moeten er niet alleen ‘staan’ als iedereen in paniek alle kanten op rent en niet weet wat men moet doen, maar ook als er niets aan de hand is en het een ‘jolige boel’ kan zijn, dient men de ‘voorwaarden’ te bewaken die het omschakelen naar een noodsituatie mogelijk maken. Er dreigt geen storm, maar de reddingsmiddelen dienen op hun plek te liggen, en naar behoren te zijn vastgesjord, om het maar in scheepvaarttermen te gieten. ‘Noodsituatie’ moet u hier ruim interpreteren als een situatie waarin er geen tijd (meer) is voor discussie. Voor en na de training kun je ‘ouwehoeren’ over de opstelling, maar nadat de coach de opstelling bekend heeft gemaakt, en de uit te voeren tactiek voor de wedstrijd die over een half uur begint uit de doeken heeft gedaan, ligt er een plan, en klaar. Schieten op de coach ná de wedstrijd. Maar bij voorkeur opbouwende kritiek, want als de spelers de coach niet meer vertrouwen wordt het een héél stuk lastiger om wedstrijden te winnen.
Grote bedrijven nemen veelal gespecialiseerde selectiebureau’s in de arm om kandidaten voor een leidinggevende functie te testen. En in bepaalde beroepen test men sollicitanten voor een beginfunctie al op de potentie om het ‘team’ te leiden, wat betekent dat de spoeling al meteen heel ‘dun’ wordt, en de salarissen hoger, maar het risico op een peperdure fatale afloop kleiner. Zolang men binnen het bedrijf helder op het netvlies heeft staan wat er in een noodsituatie wordt verwacht van die werknemer tegen de tijd dat hij of zij een leidinggevende functie heeft. Denk bijvoorbeeld aan een generaal. Als de ‘pleuris’ uitbreekt, en hij of zij blijkt gepokt en gemazeld in ‘People Management’, een echte ‘verbinder’ met oog voor elk aspect van het ‘LGBT+’ spectrum, en een graag geziene gast op de cocktailparty’s met politici en lobbyisten van de wapenindustrie, dan is het zelfs onwaarschijnlijk dat die man of vrouw in het heetst van de strijd ook een serieuze ‘bullenbijter’ zal blijken te zijn. Nog nét bruikbaar voor het ‘praatprogramma’, maar verder volkomen nutteloos. Het ‘paard achter de wagen’. Dito waar een leger is voorbereid op de ‘verkeerde’ oorlog.
Een ‘veiligheidscultuur’ legt beperkingen op aan de hoeveelheid ‘fanfare’ die men erbij kan hebben. Tevens vergt het de ontwikkeling van een helder script om te bepalen wanneer de situatie vraagt om noodprocedures. Wie geeft er een ‘klap’ op? Dat was in het verleden de functie van een ‘oorlogsverklaring’. Vanochtend zit ik naar het RTL-‘nieuws’ te kijken, waar een ‘enquêteur’ verslag doet van de uitkomst van een enquête onder iets van 40.000 ‘ingeschreven’ medelanders over de vraag of er een ‘Noodwet’ moet komen om de vluchtelingenproblematiek het hoofd te bieden. Zijn conclusie is vervolgens dat een ‘meerderheid’ tégen een ‘Noodwet’ is, en liever een ‘meer democratische’ oplossing ziet. Bestaande uit een ‘Spoedwet’ óf een ‘Gewone Wet’. Je huis staat in de fik, of niet. Staat het in de fik, dan moet je ophouden met ‘ouwehoeren’, en blussen. Maakt niet uit of de vlammen al uit het dak slaan, of dat het ‘maar’ een keukenbrand is. Iemand roept ‘Brand!’, en ‘Mars!’. Evalueren achteraf. Diezelfde ‘enquêteur’ kwam tevens opgetogen met de mededeling dat nagenoeg alle deelnemers aan zijn ‘enquête’ (op negen procent na) meende dat de boel in de fik stond. Waar hebben we het dan nog over?
Het ‘nieuws’ is een pandemie aan ‘virussen’ die moedwillig worden verspreid door mensen die overal fikkie stoken om aandacht te krijgen. Met, onveranderlijk, ‘meer geld’ als oplossing. Bij het gelijktijdig uitroeien van de bron van het geld, en het aandragen van ‘oplossingen’ die van een bescheiden probleem een etterende wond maken. Op de Canarische Eilanden protesten van een groep bewoners tegen het ‘massatoerisme’. Iets wat ook nauw aansluit bij dat wat de ‘Klimaat-zeloten’ willen, wat mij geen toeval lijkt. Nou zijn die eilanden tevens bedolven onder de ‘vluchtelingen’ die in de toeristenindustrie nog wel werk kunnen vinden, maar wat nou als je daar de bijl in zet? Wat voor bron van inkomsten hebben die rokende vulkanen met dat aangename klimaat voor de kust van Afrika dan nog? Het zijn uiteraard ook niet alleen die hotels, maar ook mensen die werken in de havens, op de luchthavens, de neringdoenden en straatmuzikanten die zonder die toeristen aangewezen zijn op de bedeling.
Mijn pleidooi hier voor een ‘Constitutionele Republiek’ als alternatief voor een ‘Democratie’ moet u zien als een oproep om te zorgen voor een stevige ‘veiligheidscultuur’ in het hart van de samenleving. Keiharde afspraken waar niet aan getornd kan worden, en waar de ‘Vrije Markt’ op kan vertrouwen. Bij elke politieke keuze éérst de vraag: ‘Is dat veilig?’ Kun je duizenden dammen in Europa slopen om ‘de natuur te herstellen’, zonder dat het leidt tot overstromingen als het een keer stevig regent? Zonder dat het leidt tot watertekort en branden in gortdroge natuurgebieden als het een tijdje niet regent? Kun je roofdieren introduceren in natuurgebieden, zonder risico voor de recreërende, en in de buurt wonende mens en de veestapel? Kun je een oorlog ontketenen om een land te destabiliseren op weg naar je ‘unipolaire’ wereldorde, zonder je eigen economie te ontwrichten, en je militaire arsenaal te plunderen terwijl je geen productiecapaciteit hebt om nieuw te produceren? Kun je de ‘economie’ stimuleren door de rente op geldleningen te verlagen, zonder dat de inflatie je hele welvaart verbrandt? Kun je de industrie, de bouw, het toerisme en de landbouw, tuinbouw en veeteelt de nek omdraaien om van Nederland een ‘Groene Speelweide’ te maken, zonder dat het leidt tot een burgeroorlog?
Zeker, degenen die door ons zijn uitgezocht om leiding te geven zouden wat nadrukkelijker verantwoordelijk gehouden moeten worden voor het resultaat. Leuk al die ‘verbinders’, de handelaren in ‘wollig taalgebruik’ en wetten waar je alle kanten mee op kunt, eventueel zelfs de goede, die steevast het schip verlaten tegen de tijd dat het water begint te maken, maar ik ben het wel met Pogo eens, waar die stripfiguur de legendarische woorden sprak: ‘I’ve met the enemy. And he is us’. Walt Kelly tekende Pogo temidden van bergen afval, wat ‘Klimaathysterici’ inspireert om de noodklok te luiden omdat we niet genoeg doen voor milieu en klimaat, zonder te beseffen dat het probleem aanzienlijk groter is dan de vraag of we de mens kunnen leren om de rommel achter zich op te ruimen, en het afval keurig te scheiden. Als Jesse Klaver in de Tweede Kamer pleit voor méér wapens voor Oekraïne, en liefst wapens waarmee munitieopslagplaatsen en oliedepots in Rusland geraakt kunnen worden, en je hem niet hoort als de Amerikanen ‘Northstream’ opblazen, terwijl hij het volgende moment wetgeving eist om u uw brommer af te pakken, en de belasting fors te verhogen om voor zijn oorlogen te betalen, dan is hij de ‘Enemy’. Stupide. Niet geschikt om leiding te geven. Al helemaal niet als hij ook op alle andere gebieden keuzes maakt die gegarandeerd te nood hoger maken dan die reeds is.