Jammerjoh

Website voor mensen die niet klagen

Communikaper

Mijn 'Google-Feed' attendeerde mij op een artikel in het Algemeen Dagblad over de 'communikaper', en hoe je hem of haar het best de mond kunt snoeren.

 

Een 'communikaper' is, in de definitie van Thijs Launspach, psycholoog en 'stressexpert', iemand die het gesprek altijd naar zich toetrekt. Zijn advies is om te beginnen met een passieve methode. Achterover leunen, rustig blijven ademen, in de hoop dat de spreker je zal 'spiegelen'. 'Verveling uitstralen', dus. En als dat niet werkt, moet je 'metacommuniceren', en dat is een term die verwijst naar 'praten over praten'. Uit de hoogte spreek je iemand dan aan op zijn of haar gedrag met de volgende tekst: 'Mag ik je wat feedback geven? Wat me opvalt is dat je vaak in je enthousiasme het gesprek overneemt. Dat kan geen kwaad, maar het gaat ten koste van de spreektijd van anderen en vertraagt de vergadering. Mag ik je vragen daar op te letten?'

 

Dat wordt het volgende 'ding' op weg naar een geëgaliseerde maatschappij, waarin de verveling domineert. Geveinsd of gemeend. Waarbij niet de kwaliteit van de inbreng de doorslaggevende rol speelt, maar de 'spreektijd'. Dat ligt in het verlengde van de opvatting dat elke mening er één is, en dat meningen van gelijke waarde zijn, met de 'consensus' als vanzelfsprekende uitkomst aan het eind van het 'overleg'. Geen enkele 'wetenschapper' zal dat betwisten. Maar een wetenschapper weet wel beter. 

 

Interessant genoeg maakt het artikel in de aanhef melding van een 'podcast' waarin Maarten van Rossem te gast was bij Rutger Bregman en Jesse Frederik die de 'gastheren' waren. Van Rossem had het gesprek volledig naar zich toegetrokken, terwijl Bregman en Frederik toch ook 'begenadigde praters' waren, volgens Launspach. Maar dat is hier ook meteen het probleem, vrees ik. Van Rossem is helemaal geen 'prater', maar een 'spreker'. In veel programma's waarin hij te gast is zit hij enigszins nukkig, nors zelfs, naar alle onzin te luisteren die er in het 'praatprogramma' voorbij komt. En het is geen zeldzaamheid dat hij dat ook hardop zegt. Maar als hij zijn mond open trekt dan luistert iedereen, omdat het zinnig is wat hij te melden heeft, of je het nou met hem eens bent, of niet. Hij 'lult' niet zomaar wat. 

 

Nou ben ik een 'praatprogramma-barbaar', en erken ik eerlijk dat ik op moest zoeken wie die Rutger Bregman en Jesse Frederik waren, terwijl ik van Rossem wel kende. Een 'spreker' blijft je bij, maar een 'prater' gaat je ene oor in, en je andere weer uit. Het is 'behang'. En het interessante is, dat wanneer je een spontane ontmoeting tussen mensen die elkaar kennen zou opnemen, je niet zelden moet constateren dat het negentig procent van de tijd 'nergens' over gaat, met bepaalde mensen die niet ophouden met ratelen en elkaar de bal toespelen. En dan trekt iemand zijn mond open waardoor het gesprek een serieuze wending dreigt te nemen, en wordt hij of zij direct afgekapt omdat diegene 'altijd' aan het woord is. 

 

Rustig achterover gaan zitten en verveling uitstralen, of je mobiele telefoon pakken en gaan zitten 'Whatsappen', helpt beslist om diegene elke behoefte te ontnemen om deel te nemen aan het gesprek. Daarvoor hoef je niet te gaan 'metacommuniceren'. Beter van niet, want dan bestaat de kans dat je ze links en rechts om de oren krijgt als de 'spreker' het op zijn of haar heupen krijgt, en de kwaliteit van de inbreng centraal stelt. En dat wordt vaak behoorlijk pijnlijk. 

 

Sommige mensen weten over bepaalde onderwerpen nou eenmaal meer dan anderen. Als je Li Miao uitnodigt voor het diner, en het gesprek komt op mooie mogelijkheden om schoon elektriciteit op te wekken middels kernfusie, dan luister je, en stel je vragen, in mijn geval, want ik kan niet tippen aan dat kennisniveau van die wetenschapper op dat gebied. En dan hoop je dat Jesse Klaver even zijn mond houdt over windmolens en biocentrales. Verschuift het onderwerp naar mijn eigen vakgebied, en ik ben de enige in het gezelschap met kennis en ervaring, dan verwacht ik niet dat anderen er doorheen gaan zitten ratelen, omdat zij ook recht hebben op spreektijd. Maar kijk naar het gemiddelde 'praatprogramma', en je weet dat het in Nederland inmiddels niet meer zo werkt. 

 

Daar moet ik dan wel direct bij aantekenen dat er bepaalde onderwerpen zijn waar de kennis 'exact' is, of tenminste inhoudelijk verifieerbaar, terwijl het op het terrein van de 'consensus wetenschap' veel vaker draait om 'foefjes'. Manieren verzinnen om anderen de mond te snoeren, daar zijn mooie verhalen over te vertellen, en je hoeft geen psychologie gestudeerd te hebben om daarover mee te kunnen praten met praktijkvoorbeelden. Of kritiek, omdat dergelijke technieken de kwaliteit van de uitwisseling hinderen, en daarmee de besluitvorming niet ten goede komen. 

 

Mensen met een beroep dat door anderen gezien wordt als bijzonder, of 'spannend', moesten in het verleden vaak in gezelschap op de rem gaan staan, omdat iedereen aan zijn of haar lippen hing. Maar door de 'democratiseringsgolf' is dat tegenwoordig al veel minder dan vroeger. Sterker nog, conform aan wat je ziet op de televisie in de diverse 'praatprogramma's', en voor mij ook de reden om daar niet teveel tijd aan te besteden, is het eerder een wedstrijd om iemand met een bepaalde expertise, of zekere ervaringen, neer te sabelen. Het beruchte 'maaiveld' waar de 'spreektijd' het enige is wat nog telt. 

 

Toen ik die term 'communikaper' las, moest ik direct denken aan 'Comedy Capers', dat tijdloze vermaak uit de tijd van de stomme film. Treffende associatie, op de één of andere manier.

Go Back

Comment