‘Europa’ dreigt met huid en haar te worden verslonden.
Op zich is dat een breed gedeeld gevoel, maar er is geen begin van consensus over de oorzaken, en bijgevolg loopt iedereen te leuren met andere oplossingen. Afgezien van enkele extreme ‘isolationisten’ en opportunisten, de ‘Boris ‘Brexit’ Johnson’-types, met een honger naar individuele macht, maar ‘te licht’ voor het bereiken van de top van de voedselketen, beseft iedereen wel dat de Europese Economische Gemeenschap van weleer ons voorspoed heeft gebracht. Nog even recapituleren: Dat was een samenwerking van soevereine staten gericht op onbelemmerde handel. Er was (doelbewust!) geen centrale macht die zich met interne aangelegenheden van de lidstaten bemoeide. Dat was haar kracht, en het maakte die gemeenschap aantrekkelijk. Rond de invoering van de Euro stak er een storm van kritiek op vanuit ‘isolationistische’ hoek, maar dat was wel een logische stap op zichzelf binnen het denkraam van die ‘naadloze’ markt.
Probleem is echter, dat ‘Wie betaalt, bepaalt’, en wie mocht die Euro ‘drukken’? Bestond er geen gevaar dat de ECB zou zwichten voor druk van de meest invloedrijke landen om de gemeenschappelijk munt te gebruiken voor politieke doelen, zoals de expansie van de gemeenschap, de opbouw van een gemeenschappelijke militaire macht, of ‘Green Deals’? Bij de aftrap stonden landen als Duitsland en Nederland stevig op de rem wanneer dat dreigde te gebeuren. Maar ieder vermoeden van enige discipline is inmiddels weg. De triljarden aan ‘bijgedrukt’ geld vliegen je om de oren. En dat is dan gekoppeld aan een complete wildgroei van het ondemocratische ‘centrale gezag’ in Brussel, waar uiteenlopende belangenvertegenwoordigers de koers bepalen, die met elke nieuwe dag zorgt voor meer ‘regelgeving’ die van de soevereiniteit van de lidstaten niets overlaat. Dat inspireert de één tot verzet, en de ander schreeuwt ons vanaf de kansel toe dat we juist veel meer moeten ‘vertrouwen’ op Brussel, en op moeten houden met dat ‘gepriegel’ in nationale parlementen. Met, in die nationale parlementen, volop representanten van die drang naar méér centraal gezag.
Het zal voor mijn reguliere lezers niet als een schok komen, maar ik ben uitgesproken tegenstander van méér centraal gezag onder dit gesternte. Maar allerminst een ‘isolationist’, of iemand die uit honger naar macht de splijtzwam uithangt. Mijn bezwaar is dat de EU in deze vorm opzichtig niet ‘aan tafel’ zit, maar op het ‘bord’ ligt, en dat er een levensgroot risico is dat als we doorzetten op deze doodlopende weg, we verslonden worden, óf dat we ons ‘oprichten’ als het Monster van Frankenstein door het fascisme nog een kans te geven. Beide uitkomsten vervullen mij met grote afschuw.
De koers die ik voorsta, een terugkeer naar die Europese Economische Gemeenschap, een samenwerking van *soevereine* landen, is niet de expressie van nostalgie. We ontberen de bestuurlijke kwaliteit, en de noodzakelijke structuur om Europa als een federatie te laten aanschuiven bij de ‘Grote Jongens’. Bij de lancering van verkiezingen voor een tandeloos, peperduur ‘Europarlement’, inmiddels alweer een eeuwigheid geleden, voerde ik actie tégen die ontwikkeling, omdat ik de bui al zag hangen. In discussies met vertegenwoordigers van de gevestigde partijen kreeg ik de wind van voren, de media stonden aan hun kant, en de bevolking haalde de schouders op. Mijn stelling was dat het hele project gedoemd was, omdat het solide fundament ontbrak. Als je een huis bouwt, begin dan niet met het dak. Het gros van de opponenten begreep niet waar ik het over had, en degenen die het wél aanvoelden wilden het gegeven paard niet in de bek kijken, en meenden dat het op termijn wel goed zou komen.
Grijp ik even terug naar mijn eerdere bijdrage waarin ik stilstond bij de visie van hoogleraar Bob de Wit, en zijn betoog dat het onderscheid ‘links’ versus ‘rechts’ al langere tijd geen hout meer snijdt. Wat ik volkomen met hem eens ben. Hij poneerde dat we ons moesten concentreren op de strijd tussen ‘Bottom Up’, en ‘Top Down’. Mijn stelling hier op dit blog is dat we teveel de strijd zoeken. In verschillende eerdere bijdragen heb ik mij afgezet tegen die AngelSaksische trend om elke bestuurlijke uitdaging te ‘framen’ als een ‘Oorlog’. Nou ben ik een veteraan waar het de ‘vertegenwoordiging’ betreft, en zat ik op de HBS al in het ‘schoolparlement’. Daarna in verschillende benoemde en gekozen functies binnen het bedrijf waar ik werkzaam was, welbewust zonder daarvoor compensatie te verlangen in geld of tijd, en waar die optie er was, die te laten liggen indien ik daar ‘moeite’ voor moest doen. Met andere woorden, ik werkte mij ‘de tandjes’, maar dat gaf mij ook de vrijheid om mensen die een claim op mij legden voor te houden dat ik hen niets verschuldigd was. Ik zat evenmin in al die organen voor mijn eigen ego, maar louter en alleen omdat ik wilde dat de school, het land, het bedrijf, het goed deed. ‘The Wealth of Nations’.
Geen grotere ergernis bij mij in al die functies dan al het ‘gezeik’ te moeten aanhoren over helemaal *niks*, en getuige te moeten zijn van de giftige machtsspelletjes. Gesubsidieerd door alle ‘regelingen’ die vertegenwoordigers ‘compenseerden’, wat immers ten koste ging van wat het collectief bijeen kon sprokkelen. Ik miste bij velen het besef dat ‘inspraak’ alleen meerwaarde had als de tijd en het geld dat erin werd gestoken de school, het bedrijf of het land ‘Welvarender’ maakte, beter dan de concurrent. Het moest niet ontaarden in een recht om ‘ook gehoord’ te worden, of om ‘mee te mogen doen’, of om een ‘prijs te krijgen’. Daarom is dit blog er ook niet voor mensen die klagen, maar voor mensen die ernaar snakken de wereld beter achter te laten dan ze ‘m ‘kregen’. In een meetbare grootheid die maatgevend is voor ‘Welvarend’, en dat is evident niet puur en alleen de ‘Winst’, of het ‘GDP’, of de ‘Bonus’. Wat het ook niet is, is het vermogen om zoveel mogelijk mensen een baan bij de overheid cadeau te doen, of subsidie te verstrekken.
Waarom negeert iedereen Europa? Om te beginnen heeft ‘Brussel’ zich, vanaf het moment dat het een politiek project werd, geprofileerd als de ‘slaaf’ van ‘Hogere Machten’. De VN, de NAVO, het WEF, de WHO. Het hele ‘denken’ in ‘Brussel’ werd beheerst door het idee dat we onderweg waren naar een ‘Unipolaire’ wereld, en ‘Brussel’ ontwikkelde zich als een ‘Inspraakorgaan’. Het ‘gezeik’ van ‘plucheklevers’ die andere landen de maat namen domineerde elke vergadering, waarbij elk vermoeden van slagvaardigheid en doortastendheid werd opgeofferd aan de ‘Schone Schijn’ van wat men in ‘Brussel’ hield voor ‘Democratie’. Maar wat in bestuurlijke zin puur fascisme is als het uiteindelijk de macht die ‘Brussel’ heeft serieus gaat nemen. Een benoemde toplaag, gepetitioneerd door belangenvertegenwoordigers uit verschillende sectoren, elk met een ander arbitrair toegekend ‘gewicht’, die zonder constitutie heerst over wat voorheen soevereine staten waren, niet gehinderd door enige kwaliteitseis, of mandaat. Sta even stil bij wat Trump eist van de EU als het zijn Tarieven wil ontlopen. Indien de EU voor het collectief van de voormalige soevereine landen afspreekt dat ze elk jaar voor $350 miljard aan olie en gas uit de VS kopen, is hij wel bereid die Tarieven te verlagen. Dan kun je wel claimen dat je ‘aan tafel’ zit, maar je ligt toch echt op het ‘bord’.
China is op zoek naar een alternatieve consumentenmarkt nu Trump de deur heeft dichtgeslagen, waar hij spijt van gaat krijgen. Zeker als China een ‘Deal’ weet te bereiken met Europa. Maar wat voor ‘Deal’? We hebben onze eigen industrie al gesloopt, en de rest sluit nu ook de deuren als gevolg van de internationale handelsoorlog, simpelweg omdat het ‘Klimaat’ in Europa, met al die eisen, dat ‘Inspraak-Waterhoofd’, en al die subsidies ter ‘compensatie’ van eenieder die ook een ‘Prijs’ moet krijgen, elk vermoeden van een levensvatbare concurrentiepositie doet verdampen.
Tot overmaat van ramp zitten we ook nog eens nergens aan tafel uit eigen keuze, omdat we simpelweg met niemand willen praten die niet doet wat wij zeggen dat ze moeten doen. We praten niet met Rusland. En we praten alleen met tal van andere landen over wat er mis is in die landen, waardoor we op zijn best getolereerd worden, maar dat gaat niet lang meer duren. We zijn het laatste bastion van het ‘Unipolaire’ streven, en op geen stukken na klaar voor een ‘Multipolaire’ wereld, omdat we hebben zitten pitten. Niet alleen dat, maar overal waar we initiatieven ontplooien, of onze Grote Mond opentrekken, maken we het erger voor onszelf. We hebben gewoon de boot gemist, en als we nu niet rap de bakens verzetten, gaat er meer kapot dan ons lief is. Althans, meer dan mij lief is, want ik kan niet voor anderen spreken, die met een voorhamer en bussen spuitverf rondlopen, zich overal aan vastlijmen, en blijkbaar andere plannen hebben.