Jammerjoh

Website voor mensen die niet klagen

Propaganda

Tot aan de Eerste Wereldoorlog koesterden de VS de diversiteit op cultureel, religieus en politiek gebied, in de traditie van de 'Founding Fathers'. Dat maakte dat Amerikanen niet stonden te popelen om zich met de 'Europese' oorlog te bemoeien die in 1914 uit het niets was losgebrand. Behalve 'Wallstreet', dat haar investeringen in gevaar zag komen als de Duitsers zouden winnen.

President Wilson liet zich overtuigen dat het goed was voor de VS als ze deel zouden nemen aan de oorlog aan de kant van Engeland, Frankrijk en België. Maar hij maakte zich ernstig zorgen over de 'publieke opinie'. Om te voorkomen dat de publieke onvrede roet in het eten zou gooien, bereidde hij censuur-wetten voor die hem in staat zouden stellen tegenstanders van de oorlog monddood te maken.

De overwegend links-liberale en socialistische medestanders van de als 'progressief' te boek staande Wilson, waaronder Arthur Bullard, overtuigden hem het over een andere boeg te gooien. Geen censuur en repressie, maar de 'macht van het woord'. 'Truth and falsehood are arbitrary terms', schreef hij. En: 'There are lifeless truths and vital lies. The force of an idea lies in its inspirational value. It matters very little whether it is true or false'.
En uiteindelijk ging Wilson er in mee. Hij stelde George Creel aan als hoofd van het kersverse 'CPI' (Committee for Public Information). Creel zei van zichzelf: 'I took in prejudices with mother's milk and was weaned on partisanship'. Met een brede selectie schrijvers, journalisten, scriptschrijvers, acteurs, grafici en '4-minute-men', die op publieke bijeenkomsten in vier minuten hun gehoor probeerden te overtuigen van de noodzaak van oorlog, kreeg hij het voor elkaar Amerika op te zwepen. Zelfs met hier en daar lynch-partijen van etnische Duitsers tot gevolg.

Na de oorlog werd het 'CPI' opgeheven. Maar tal van overheidsinstellingen en private ondernemingen namen de werknemers van dat propagandabureau gretig over. Ze zagen duidelijk brood in de mogelijkheden de publieke opinie te beïnvloeden. En het anti-Duitse sentiment sloeg over in een anti-bolshevistisch sentiment. Mede omdat (overwegend) linkse intellectuelen steeds de deelname van de VS aan de Europese oorlog consequent hadden veroordeeld als een oorlog die slechts de belangen van 'Wallstreet' diende.
De Senaat tuigde na de oorlog hoorzittingen op, waar onder andere Reverend George Simons een boekje open deed over de verderfelijke aard van de communisten in Rusland. Hij hield zijn gehoor voor: 'More than half of the agitators in the so-called Bolshevik revolution were Yiddish'. Een 'argument' dat het in die tijd goed deed. Ook in de VS. En dat de Russische revolutie was betaald door Duitsland.

Linkse intellectuelen als Emma Goldman, Alexander Berkman en Mollie Steimer, die in 1919 gevangen waren gezet, werden vervolgens gedeporteerd naar de Sovjet-Unie. En in 1922 stopte de intellectualistische publicatie 'Appeal to Reason', omdat er voor rede geen plaats meer was in het publieke debat. Het breed vertakte aanbod aan publicaties in de VS slonk zienderogen, tot er defacto nog slechts enkele gemonopoliseerde nieuwsagentschappen en uitgeverijen over waren.
Edward Bernays, een volle neef van Sigmund Freud die ijverig gebruik maakte van de ontdekkingen van zijn beroemde oom, en actief was geweest in het 'CPI', schreef in 1928 het boek 'Propaganda', en hij werd één van de meest gevraagde reclamemensen in de VS. Zijn baas, George Creel, ontwikkelde zich tot één van de drijvende krachten achter het op blinde haat drijvende anti-communisme van Joe McCarthy.

In Duitsland verslonden de Nazi's de literatuur waarin dit huzarenstukje van het 'CPI' werd beschreven, en gingen ermee aan de slag. 'Mein Kampf' staat bol van de impliciete verwijzingen naar de wijze lessen die in de VS werden geleerd. Zo benadrukt Hitler de noodzaak voor zijn volgelingen om nooit in discussie te gaan met 'intellectuelen', maar altijd 'on message' te blijven. En ook bij hem zijn die 'intellectuelen' per definitie 'communistische, Joodse agitatoren'.

Waarom dit historische overzicht van wat propaganda vermag? Omdat Europa tot nu toe vooral opvalt door de absentie van dat soort monoculturele coherentie. Hetgeen door sommigen gezien wordt als een zwakte. Terwijl ik er zelf enorm van gecharmeerd ben. En het zie als een kracht. Zij het dat die overtuiging, dat het geen zwakte, maar een kracht is, wel gedeeld moet worden door een ruime meerderheid binnen de EU. En onder invloed van het aan kracht winnende nationalistische populisme is die meerderheid tanende.
Een recent initiatief vanuit 'Brussel', om de boodschap van 'Europa' beter onder de aandacht te brengen bij het grote publiek, is op zich geen bedreiging. De externe vijand die er een volkomen 'fout' verhaal van kan maken, ontbreekt tot nu toe. En zolang het verhaal zal zijn dat we de diversiteit en democratische tradities moeten koesteren, en ons af moeten zetten tegen de groeperingen die ons met vijandsbeelden en 'on cue messages' trachten te verleiden, heeft 'Europa' toekomst.

Go Back

Comment