Jammerjoh

Website voor mensen die niet klagen

Dwalingen

Wanneer wordt ‘recht’, ‘onrecht’?

 

In mijn bijdrage van gisteren stipte ik al aan dat ‘gerechtelijke dwalingen’ voor serieuze problemen in de maatschappij kunnen zorgen. Waar een individu ten onrechte wordt veroordeeld, en dat op enig moment wordt onderkend, volgt als regel een financiële compensatie voor het slachtoffer, en daarmee is de kous af. Als ze je in een ‘praatprogramma’ aan willen horen, mag je daar nog wat nasputteren. En wellicht is er een uitgever die bereid is je verhaal te publiceren. Maar het is niet verstandig je op de officier van justitie, of de rechter persoonlijk te storten, en te eisen dat zij voor hun dwaling worden gestraft. 

 

Slechts in zeer uitzonderlijke situaties, als praktisch onomstotelijk komt vast te staan dat deze functionarissen een direct persoonlijk belang hadden bij de zaak, zijn er lastig begaanbare juridische wegen, vol valkuilen en chicanes, die zicht bieden op vervolging. In alle andere gevallen komen ze zelf verder niet eens meer in beeld. Ze deden hun best. Maar in dat ene geval was het kennelijk niet goed genoeg. Pech.

 

De onberekenbaarheid van de rechtspraak is, cynisch genoeg, voor velen een extra stimulans om ‘krampachtig binnen de lijntjes’ te blijven, want eenmaal ‘gedaagd’, weet je niet waar je blijft. Dat kan zo ver gaan, dat iemand die oog in oog komt te staan met een inbreker handenwringend, en om medelijden smekend, met beloften om geen aangifte te zullen doen, tracht te voorkomen dat het uitloopt op een handgemeen. Want o wee als je die arme stakker een rake klap verkoopt! 

 

Veelal zijn individuele zaken bijzonder complex. Als een officier van justitie zich dan stort op één bepaald aspect, en de rechter gaat daarin mee, kan er een uitspraak volgen die binnen dat kader, met die beperkingen, niet onredelijk lijkt. Waarna mensen die menen dat hen door die uitspraak onrecht is aangedaan de ‘Hemel’ bestormen, en verlangens naar pure wraak opborrelen die met gemak een compleet land kunnen ontwrichten.

 

Neem het geval van Omar Khadr.

 

De link hiervoor geeft gedetailleerde informatie. Jongen, geboren in Toronto, vertrekt op de leeftijd van tien lentes naar het Midden-Oosten met zijn ouders. Daarna vervolgt het model-gezin de reis naar Afghanistan, waar de vader zich aansluit bij Al Qaida. Zijn zoon leert als vijftienjarige het schone vak van ‘zelfmoordterrorist’. Op video’s is te zien hoe hij zich bekwaamd in het fabriceren van geïmproviseerde explosieven. Bij een aanval op een Amerikaanse basis waar ook Canadezen gelegerd zijn, gooit de jonge held een granaat, waardoor één militair omkomt, en een ander zijn oog kwijt raakt. De jongen overleeft het, krijgt serieuze medische hulp om te voorkomen dat hij zelf blind wordt, waarna hij op transport wordt gezet naar Guantanamo.

 

Uiteindelijk wordt hij uitgeleverd aan Canada, waar hij een proces begint tegen de staat, omdat die niet meer heeft gedaan om hem weg te halen uit dat gruwelijke gevangenkamp. Hij wint, en krijgt een vergoeding van ruim zeven miljoen Euro. 

 

Dat de Verenigde Staten, en Canada, en Nederland, niks te zoeken hebben in Afghanistan, en dat hun aanwezigheid daar een flinke stimulans is voor extremisten, en producenten van heroïne, wat dan weer vele slachtoffers kost in ‘eigen land’, is wat mij betreft een open deur. Dat Guantanamo een etterende wond is die vloekt met onze claim dat we staan voor het summum van beschaving en respect voor mensenrechten, daar ga ik ook helemaal in mee. En dat een kind slechts beperkt verantwoordelijk is voor zijn daden, daar wil ik ook niet aan tornen. Maar het is domweg absurd dat iemand die militairen dood die door de regering van dat land op safari zijn gestuurd, of hen ernstig letsel toebrengt, daarvoor op enig moment wordt beloond. Laat staan dat je hem of haar miljonair maakt. En als diegene geen spoor van berouw toont, is het simpelweg een subsidie op nog meer terreur. 

 

Dit soort problemen dreigen nu ook in ons land, door de terugkeer van ‘Syriëgangers’. Terwijl in Aleppo het normale leven weer enigszins op gang komt, na een gruwelijke periode waarin de strijders die door onze regeringsleiders werden gesteund daar de dienst uitmaakten, gevluchte Syriërs terugkeren, en ze in Syrië weer aan de toekomst durven denken, is dat een ernstige beproeving voor ons eigen rechtssysteem. Waarmee ik niet doel op de juristen en ‘NGO’s’ die, met het wetboek van strafrecht in de hand, of met verwijzing naar ‘Universele Rechten van de Mens’, een juridisch antwoord moeten zien te vinden op wat er met die extremisten moet gebeuren. Maar je kunt er vergif op innemen dat zelfs mensen die de afgelopen jaren eisten dat we die ‘arme drommels’ in Libië, Syrië en Irak zouden helpen bij het opzetten van hun Kalifaat door ‘Regime-Change’ operaties, er moeite mee hebben als het Kalifaat onze kant op komt. 

 

Die spanning in de samenleving is er al door zulke ‘kromme’ rechtspraak als ik in de inleiding ten tonele voer rond de, inmiddels klassieke, ‘inbreker’. Het wemelt in onze ‘gedoogmaatschappij’ van de regels en interpretaties die door de één de ‘Hemel’ in worden geprezen als het ultieme bewijs van onze ver doorgevoerde respect voor ‘Het Recht’, waar anderen zo hun bedenkingen hebben. Dat kruitvat zit zo vol, dat een enkele ‘vonk’ een ongekende explosie teweeg kan brengen. Waarna een ‘afrekening’ volgt met wat ieder voor zich is gaan beschouwen als een ‘crimineel milieu’ van lieden die zich vastklampen aan het ‘Heilige Schrift’ van de wet, ook waar de consequentie is dat slachtoffers onder de bus belanden. 

 

Op enig moment is het niet meer voldoende als je je verschuilt achter datgene wat ooit werd ‘opgeschreven’, en wat toen als ‘Hoogste Wijsheid’ gold. Dat geldt in het bijzonder voor alle situaties die terug te voeren zijn op vraagstukken van oorlog, en vrede. Een moment van relatieve rust, zoals zich nu in Europa aandient door de onwaarschijnlijke mix van ‘Gekte in Amerika’, de zelf toegebrachte wond van de ‘Brexit’ in het Verenigd Koninkrijk, en het ‘teken van hoop’ in de vorm van Macron als dynamische president van Frankrijk, bij gelijktijdige koerswijzigingen in Duitsland, wat gebundeld de hoop op een nieuw elan in Europa voedt, kan met gemak de ‘stilte voor de storm’ blijken te zijn, als het wordt begrepen als steun voor de agenda van het ‘ancien regime’.

Go Back

Comment